De Voorjaarsnota: op weg naar een stormachtige herfst?

Normaal gesproken staat de zomer op aanbreken bij het uitkomen van de Voorjaarsnota, dit jaar kregen we de Voorjaarsnota op een stormachtige maandagmorgen in april gepresenteerd. Dit hebben we te danken aan de dringende behoefte van de formerende partijen om tijdens de onderhandelingen een helder beeld te krijgen van de financiële situatie van het land. Minister van Financiën, Steven van Weyenberg, besloot daarop de nota ook gelijk met de Tweede Kamer te delen.  En net zoals het weer tijdens de presentatie, zou de behandeling van deze begrotingsplannen ook wel eens stormachtig kunnen worden.

Want behalve een goed beeld van ‘de plaat’, zoals de financiële situatie in goed Haags jargon heet, kregen de formerende partijen ook een behoorlijke lijst uitgaven van het kabinet voor de kiezen. Minister Van Weyenberg trekt namens het demissionaire kabinet namelijk flink de portemonnee voor ‘belangrijke dossiers die niet kunnen wachten.’ En daar zit de crux, want wat de belangrijke dossiers zijn verschilt nogal eens per politieke partij. En het verschil van mening over de oplossing voor de problemen in deze dossiers is de essentie van politiek.

De keuzes van het demissionaire kabinet zijn natuurlijk goed te verdedigen. De compensatie van slachtoffers van de toeslagenaffaire, de gaswinning in Groningen en de financiële steun aan Oekraïne zijn breed gesteunde thema’s in de Kamer. En ook voor de crisisopvang van asielzoekers en het project Beethoven, het behouden van ASML voor Nederland, gaan veel Haagse handen wel op elkaar. Tegelijkertijd weet het kabinet ook dat zeker de PVV en BBB vermoedelijk andere keuzes zouden maken met deze middelen.  Het weglopen van Geert Wilders bij de formatiegesprekken gistermiddag onderstreept dit punt alleen maar.

Natuurlijk hebben de onderhandelende partijen, mits ze enige vorderingen maken met de formatie, nog de gelegenheid om voor Prinsjesdag hun stempel te drukken op de begrotingen voor 2025. Tegelijkertijd had het kabinet ook meer tijd kunnen nemen – de deadline voor de Voorjaarsnota is pas 1 juni – om afstemming te zoeken met de partijen aan de formatietafel en bredere steun kunnen vergaren voor de plannen. Dit was niet alleen het onderlinge vertrouwen aan de formatietafel ten goede gekomen, maar ook het aanzien van de politiek in het algemeen. Het kabinet heeft tenslotte een verantwoordelijkheid voor betrouwbaar bestuur voor heel Nederland.

De huidige situatie roept namelijk de vraag op wat er gaat gebeuren met de plannen uit de Voorjaarsnota. Het kabinet heeft geen meerderheid in de Tweede Kamer waardoor het dualisme (lees: een zeer actief sturende Kamer) hoogtij viert. Bovendien lijkt er geen zicht te zijn op een snelle afronding van de formatie. De verleiding voor de Tweede Kamer zal dan ook groot zijn om de begroting dit najaar flink te verbouwen, met als gevolg een herhaling van afgelopen oktober toen in één nacht in het Belastingplan met miljarden werd geschoven. Met als uitsmijter de motie van Omtzigt die de 30%-regeling voor expats versoberde en zo ongetwijfeld heeft bijgedragen aan de noodzaak voor project Beethoven. Het zou best wel eens weer kunnen gaan stormen..

Bij Wepublic hebben we een breed scala aan uiteenlopende klanten, van NGO’s tot klanten uit de zware industrie. Toch is er een rode draad te ontwaren in de wensen van onze klanten: Ze zijn allemaal bereid om negatieve consequenties te accepteren als er maar helder, consistent beleid wordt gevoerd waar ze op kunnen bouwen. Het wordt tijd dat de politieke partijen deze handschoen eens oppakken, en verder kijken dan hun eigen gelijk.