Staar je niet blind op stemhulpen

Op 22 november gaan we stemmen voor een nieuwe Tweede Kamer. Maar hoe vind je als kiezer je weg in het versplinterde politiek landschap? Keuzes zijn bovendien niet langer zwart-wit. Is een stem voor meer woningbouw automatisch een stem tegen stikstofmaatregelen? Temidden van deze complexiteit besluiten kiezers soms helemaal niet meer te gaan stemmen. Een ander deel van de kiezers vestigt de hoop op stemhulpen zoals het KiesKompas of de StemWijzer. Zijn deze hulpmiddelen een vloek of een zegen? Wij denken beiden.

Stemhulpen slagen erin miljoenen kiezers te betrekken bij het democratische proces. Uit onderzoek blijkt dat zo’n 5 procent van de kiezers door middel van een stemhulp tot een voor zichzelf verrassende keuze komt. Dit percentage is goed voor zo’n 7 á 8 Kamerzetels. Een aanzienlijk aantal waardoor stemhulpen dus zeker invloed hebben op de verkiezingen.

Politieke partijen kennen deze cijfers en houden met deze invloedrijke tools terdege rekening. Maar geven deze stemhulpen wel een goed beeld van de werkelijkheid? En wie houdt er eigenlijk onafhankelijk toezicht op deze hulpmiddelen?

Neem bijvoorbeeld het bouwen van een nieuwe kerncentrale. Vind je dit als kiezer ook een goed idee als deze in jouw woonplaats gebouwd wordt?  De eenvoud en het gemak van de StemWijzer of het KiesKompas gaat ten koste van de nuance en het afwegen van (tegengestelde) belangen en dat laatste is toch echt de kern van politiek bedrijven. Maar het probleem zit dieper. Politieke partijen laten zich in het keurslijf van de stemhulp duwen waardoor de nuance in het verkiezingsprogramma uit het zicht verdwijnt. Deze hulpmiddelen en daardoor het stemgedrag sluiten daardoor, onbedoeld, niet meer aan bij de daadwerkelijke politieke overtuigingen van de kiezers.

We zien de stemhulpen niet zo snel verdwijnen. Maar hoe zou het dan wel moeten? Idealiter gebruiken kiezers de  stemhulp als aanvulling op het lezen van een verkiezingsprogramma en of het kijken van een verkiezingsdebat. Dit is echter niet realistisch en daarom is het nuttiger om stemhulpen te verbeteren waardoor de uitkomst voor de kiezer een beter beeld geeft van de werkelijkheid. We hebben vier voorstellen om de stemhulp te verbeteren.

Voorstel 1. Geef de kiezer meer ruimte om te prioriteren. Maak bijvoorbeeld honderd stellingen over alle onderwerpen die terugkomen in de verkiezingsprogramma’s en laat aan de kiezer, over welke onderwerpen het de stellingen wil invullen.

Voorstel 2. Besteed meer aandacht aan de visie van een partij op de toekomst van Nederland. Maatregelen om die toekomst te bereiken horen daar natuurlijk bij, maar zijn wat ons betreft niet de kern van de keuze in het stemhokje.

Voorstel 3. Geef inzicht in de consequenties van de gemaakte keuzes en maak inzichtelijk hoe partijen in het verleden gestemd hebben. Zo kan de kiezer meewegen of partijen hun beloftes nakomen.

Voorstel 4. Creëer onafhankelijk toezicht voor stemhulpen en geef bijvoorbeeld de Kiesraad daarin een rol. Dan kunnen kiezers, maar ook politieke partijen, terecht bij een toezichthouder bij klachten of onjuistheden.

Stemhulpen kunnen zeker van toegevoegde waarde zijn in deze politiek woelige tijden. Meer aandacht voor de beperkingen en de werkwijze zijn echter nodig. Er zijn veranderingen nodig om echt van betekenis te zijn voor de kiezer en de democratie.

Auteurs

Melissa Veenstra, bestuurskundige en adviseur bij Wepublic
Mark van den Anker, bestuurskundige en co-CEO bij Wepublic