Prinsjesdag 2022: Lange termijn problemen en korte termijn oplossingen

Een zekere mate van dubbelzinnigheid bekruipt me bij het horen van de Troonrede en het lezen van de begroting voor 2023. Een dubbelzinnigheid in urgentie en in welke versnelling je maatschappelijke problemen moet oplossen. Er zijn snelle oplossingen nodig voor de problemen van vandaag en morgen, maar ook voor de uitdagingen van de dag na morgen die we allemaal aan zien komen.

Volgens de Koning vragen de huidige uitdagingen om geleidelijke stappen en samenwerking: we moeten anders gaan kijken naar wonen, werken, ondernemen en reizen. Dit vraagt om visie, ambitie, draagvlak en een financieel plan dat door meerdere kabinetten kan worden uitgevoerd.

Tegelijkertijd is geleidelijkheid niet het eerste woord wat te binnen schiet wanneer ik de kranten lees met berichtgeving over boerenprotesten, schrijnende verhalen over kinderarmoede en torenhoge energierekeningen. Deze en andere acute problemen worden niet opgelost met lange termijnvisies in geleidelijke stappen. Deze uitdagingen vragen om actie en wel nu.

De maatschappelijke problemen die het kabinet nu op haar bordje heeft liggen vragen naast snelle actie, inderdaad ook om visie en ambitie met een blik op de toekomst. Dit is een puzzel die bijna niet te leggen is. Een puzzel in twee versnellingen: actie nu en visie op de toekomst. En een puzzel die lastig uit te leggen is aan de burger, en zeker niet aan de burger die bezig is met de korte termijn realiteit van elke maand rondkomen. Die zitten niet per se te wachten op vergezichten en abstracte stippen op de horizon. De naderende provinciale verkiezingen leggen daarbij nog extra druk op de coalitiepartijen om zo snel mogelijk de koopkracht te verbeteren en de burger in de portemonnee te laten profiteren van het kabinetsbeleid.

De oproep van de Koning om geleidelijke stappen en samenwerking lijkt echter bij deze woorden te blijven. Want het kabinet presenteert vandaag een begroting die vooral acute problemen oplost: een oorlogsbegroting. Hiermee geven ze gehoor aan het sentiment in het land om nu voor financiële ademruimte te zorgen, maar voelt het ergens als dweilen met de kraan open. Met als visie dat we na het dweilen werk gaan maken van het dichtdraaien van de kraan.

Hierbij lijkt het kabinet ook nog achter de feiten aan te lopen. Al wekenlang houdt het kabinet de rolluiken naar beneden als het over de koopkracht gaat, door te verwijzen naar Prinsjesdag. Dat voelt enigszins als een huis dat in de fik staat waarbij de brandweer aangeeft elke woensdagmiddag om 10 uur te komen blussen. Het proces van de begrotingscyclus is hopeloos verouderd en past niet meer bij deze tijd. De begroting van vandaag is morgen alweer verouderd. Deze onzekere tijden vragen om tussentijds ingrijpen en flexibiliteit. De vraag is of de overheid in staat is om het besluitvormingsproces aan te passen: de Raad van State uitte zich onlangs al zeer kritisch over haastwerk bij het opstellen van de begroting.

Zonder van corona een soort Wet van Godwin te willen maken, heeft corona hier toch ook een rol in gespeeld. Corona heeft niet alleen gezorgd voor uitgestelde zorg, maar ook voor uitgestelde oplossingen voor maatschappelijke problemen die in de afgelopen jaren zijn genegeerd. Dit is echter niet alleen het kabinet en de coalitiepartijen te verwijten: de oppositie heeft het kabinet de afgelopen jaren gedwongen om vooral met corona bezig te zijn. Daar betalen we nu ook de rekening voor.

De vandaag gepresenteerde ‘oorlogsbegroting’ kan wellicht op korte termijn de koopkracht van veel mensen Nederland verbeteren en een aantal acute problemen voor vandaag en morgen oplossen. En daadwerkelijk geld vrij te maken voor de oorlog in Oekraïne. En dat was de pleister die het kabinet vandaag ook moest plakken. De uitdagingen van deze tijd – klimaatadaptatie, kansenongelijkheid, stikstof, energieonafhankelijkheid – vragen echter om meer dan een oorlogsbegroting. Wat Nederland nodig heeft is een Marshallplan; een plan met breed draagvlak met visie op – zoals de Koning aangaf – een andere manier van leven, werken, samenleven, ondernemen en reizen. Een visie op de dag ná morgen. De Koning wist in zijn troonrede deze twee versnellingen in woorden met elkaar te verbinden. Nu de politieke daden nog.