Terug naar nieuws

De Green Lobby Gate: wat zijn de spelregels voor lobbyen in Brussel en Den Haag? 

Vorige week ontstond er ophef tijdens het (normaliter redelijk saaie) plenaire debat van het Europees Parlement (EP) in Straatsburg. De reden? De Green Lobby Gate waar onder andere de Telegraaf groot mee uitpakte. Volgens de krant zou de Europese Commissie via subsidies maatschappelijke organisaties financieren om voor haar eigen beleid, de Green Deal, te lobbyen middels geheime contracten. “Een schande”, volgens Europarlementariërs op de rechterflank. 

Adviseurs Wisse en Puck gebruiken deze ophef als aanleiding om in de regels op het gebied van transparantie en lobbyregisters te duiken. Want hoe is dit eigenlijk geregeld in Brussel, en hoe zit dit in ons eigen land? En niet onbelangrijk: wat is de rol van de lobbyist in deze discussie?  

Wat is er aan de hand? 

Klimaat-, milieu- en natuurclubs, vaak minder kapitaalkrachtig dan grote bedrijven, krijgen al langer Europees geld om hun dagelijkse werk te doen, waaronder lobbyen voor groen beleid. Vorig jaar liet de Commissie deze ngo's wel weten dat lobbyen met EU-fondsen voortaan niet meer is toegestaan.  

Europarlementariër Dirk Gotink, Europarlementariër voor NSC, zit in de begrotingscontrolecommissie van het Europees Parlement en vindt dit “een vorm van rolvervaging.” Ngo’s en linkse partijen zien iets anders: de subsidies voor ngo's zijn in hun ogen juist een democratische manier om het speelveld gelijk te trekken.  

Hoe zit het met lobbyen bij Europese instellingen? 

Lobbyen is een vast en legitiem onderdeel van de besluitvorming in het Europees Parlement, maar om transparantie en integriteit te waarborgen gelden een set regels. Zo werd in 2011 het EU Transparantieregister in het leven geroepen, waarin lobbyisten zich moeten registreren voordat ze toegang krijgen tot het Parlement. Dit register bevat informatie over hun belangen, activiteiten en budgetten, en zonder inschrijving kunnen zij geen afspraken maken met Europarlementariërs. 

Daarnaast zijn Europarlementariërs verplicht om hun ontmoetingen met lobbyisten openbaar te maken. Er geldt ook een verbod op het aannemen van giften, iets wat in sommige landen tijdens een besluitvormingsproces gebruikelijker is dan in Nederland. 

Lobbyisten krijgen beperkt toegang tot het Parlement en moeten altijd een speciale badge dragen. Wie zich niet aan de regels houdt, kan te maken krijgen met sancties. Na het Qatar-schandaal zijn de regels verder aangescherpt, met strengere controles op lobbyregisters en uitgebreidere verplichtingen voor transparantie. Ook werd ingevoerd dat na aftreden voor oud-Europarlementariërs een afkoelperiode geldt van zes maanden voordat zij als lobbyist aan de slag mogen gaan. 

Hoe zit dit eigenlijk in Nederland?  

In Nederland liggen de zaken iets anders. Voor bewindspersonen geldt, in tegenstelling tot in Europa, sinds de zomer van 2023 een wettelijk lobbyverbod. Hiermee is vastgelegd dat een voormalige bewindspersonen twee jaar lang niet mag lobbyen bij het ministerie waarvoor de betreffende bewindspersoon verantwoordelijk was. Dit is ondertussen uitgebreid naar beleidsterreinen die onder andere ministeries vallen, maar waarmee de bewindspersoon actieve bemoeienis had tijdens het ambt. Dit verbod werd ingesteld na het vertrek van toenmalig minister van I&W, Cora van Nieuwenhuizen (VVD), naar Vereniging Energie-Nederland, de brancheorganisatie van energiebedrijven in Nederland. Hier kwam veel kritiek op, aangezien zij als minister van Infrastructuur regelmatig aanwezig was bij topoverleg over de energiesector.  

Voor oud-Kamerleden geldt er tot op heden géén soortgelijk lobbyverbod. Uit onderzoek van de Open State Foundation uit 2021 bleek dat ongeveer een derde van de vertrokken parlementariërs een baan als lobbyist aannam.  

Als we verder kijken naar de Tweede Kamer is daar sinds 2012 een openbaar en vrijblijvend lobbyregister. Op het moment van schrijven bevat dit register een lijst met 78 lobbyisten en de organisaties waarvoor zij werken. Dit staat in groot contrast met het aantal leden van de Beroepsvereniging voor Public Affairs (BVPA), met ongeveer 600 leden.

Door dit gebrek aan informatie over de aard en omvang van lobbyisten bij de Tweede Kamer is de politieke roep voor een verplicht lobbyregister steeds harder gaan klinken. Dit raakte in een stroomversnelling toen GRECO, de anti-corruptiewaakhond van de Raad van Europa, Nederland in 2021 opriep tot meer transparantie over de contacten tussen lobbyisten en de overheid. Deze tik op de vingers gebruikte Kamerlid Laurens Dassen (Volt) als aanleiding om in datzelfde jaar een motie in te dienen die de regering verzoekt een verplicht lobbyregister voor bewindspersonen, ambtenaren en politici in te voeren, conform het lobbyregister van de Europese Commissie.  

Ondanks een Kamermeerderheid voor de motie en een tweede motie én initiatiefnota die Dassen samen met Pieter Omtzigt indiende is het gebleven bij een onderzoek naar het verplicht lobbyregister. Hierna is uiteindelijk besloten de moties vooralsnog niet uit te voeren maar in te zetten op openbare agenda's en de lobbyparagraaf.  

Wat is de rol van de lobbyist? 

Een gebrek aan spelregels in Nederland hoeft niet te betekenen dat belangenbehartigers passief aanvullende regulering moeten afwachten. Juist wanneer vragen ontstaan over de transparantie en legitimiteit van de lobby is een vlucht naar voren de oplossing. Lobbyisten hebben geen baat bij een beeld van schimmige achterkamers waar deals worden beklonken. Dit doet geen recht aan de belangrijke rol die belangenbehartigers spelen in het democratische proces, namelijk het vormen van een brug tussen politiek en samenleving. Het is de rol van de lobby om de kennis van politici aan te vullen. Voor gedegen besluitvorming is het namelijk van belang dat alle feiten bekend zijn en worden meegewogen. Zo kunnen politici goed geïnformeerde keuzes maken, welke kant deze ook op vallen.  

Naast de rol van informatieverstrekker proberen lobbyisten politici te overtuigen van hun visie en standpunten. Daarom is het belangrijk dat politici transparant zijn over met wie zij in contact staan om tot deze besluiten te komen. Dit draagt bij aan de democratische legitimiteit van- en het vertrouwen in het politieke proces. Geen overbodige luxe in tijden waar burgers in grote getalen dat cruciale vertrouwen in het proces kwijt lijken te zijn. 

Als we weer teruggaan naar de Green Lobby Gate wordt daar door politici aan de progressieve kant van het spectrum opgeworpen dat ngo's zonder de financiële steun van de EU de mogelijkheid wordt ontnomen zich te mengen in het publieke debat. De harde economische belangen van institutionele spelers zijn immers goed - zo niet over - vertegenwoordigd in de Europese hoofdstad. Dit werpt het volgende vraagstuk op: hoe zorg je dat alle stemmen gehoord worden in het democratisch proces, en niet alleen degene met de meeste financiële middelen?  

Ook hier geldt dat transparantie de oplossing biedt. Communiceer als Commissie duidelijk over je keuzes en afwegingen: doe wat je zegt en zeg wat je doet.  

Meer weten over Nederlandse en/of Brusselse besluitvorming via lobby? Wepublic helpt je graag verder.