Glazen koets, gouden bergen, bruggen slaan

De koets was dit jaar niet van goud, maar van glas. In de wereld van de beeldspraak zou dit een mooie brug slaan naar transparantie en helderheid. In de echte wereld niet. Want jawel, als vanouds werd het rijtuig en de boodschap(per) die het vervoerde begeleid door het geklik van selfies, gejuich, gezwaai en geklaag. Van dichtbij leek iedereen blij: de Koning droeg helder voor, de kernboodschap was dat het land er weer goed voor staat en het driewerf hoera galmde door de Ridderzaal. Maar de middag eindigde niet als een sprookje. Na het volk was het namelijk de beurt aan oppositie en opinieleiders om selfies te nemen. Daarbij is de kunst om het beeld naar voren te brengen waarbij het eigen gelijk zo scherp mogelijk in beeld komt. Daar is contrast voor nodig, zeker vanuit de invalshoek dat deze Prinsjesdag de balans opmaakt van het Kabinet Rutte II en daarmee onvermijdelijk de springplank vormt naar de verkiezingscampagnes.
Zo houdt de gedeelde waardering onmiddellijk op na het zuinige compliment dat het knap is dat Kabinet Rutte II de rit uit lijkt te gaan zitten. Want het algemene beeld dat Nederland er na de crisis van 2008 en de dip van 2013 er weer goed voorstaat wordt onmiddellijk dubbel geduid. Het FD schrijft hoofdredactioneel dat “het in de Nederlandse parlementaire geschiedenis niet vaak is voorgekomen dat een kersvers kabinet, zo’n hervormingsgezind regeerakkoord presenteerde. Inmiddels kan worden geconcludeerd dat het kabinet het leeuwendeel van zijn plannen succesvol heeft uitgevoerd en economie en verzorgingsstaat structureel sterker heeft gemaakt”. En we leefden nog lang en gelukkig? Nee, integendeel: de oppositie komt -zoals te verwachten valt- met meer en minder genuanceerde varianten op het halflege glas. Van Geert Wilders/ PVV “Miljoenennota is een fata morgana” via Emile Roemer/SP “kabinet moet zich schamen voor de schade die hun harde bezuinigingen hebben aangericht” tot Sybrand Buma/CDA “de boekhouders zijn blij, maar de samenleving is onzeker. Iedereen ziet de polarisatie in de samenleving; het kabinet stelt daar bitter weinig tegenover”.
Die laatste zin blijkt de sleutel voor de politici om de focus van media en publiek te verleggen van de glimmende economie naar de doffere problemen en moeilijkheden. Het behoort tot de kerncompetenties van oppositie voeren. Het blijkt niet moeilijk om vast te stellen dat de economische cijfers rooskleuriger zijn dan het internationale gevoel en het klimaat in Nederland- letterlijk en figuurlijk. Brexit, IS, vluchtelingen, aanslagen, klimaatverandering, de soliditeit van het financiële systeem, de legitimiteit van de EU en de groei van vermeende tweedelingen zijn onderwerpen die resoneren en waar tegenstellingen helder in beeld kunnen worden gebracht. Daarbij is het opmerkelijk om te zien hoe deze tegenstellingen actief worden aangewakkerd om snel en effectief positionering en profiel te creëren. Rijk versus arm, jong versus oud, stadse elite versus hardwerkend platteland, moslims versus niet-moslims, ondernemers versus werknemers, flexibel versus vast, duurzaam versus fossiel en ziek versus gezond.  De uitdaging is op lange termijn natuurlijk niet om via slimme positionering en oplossingen van 140 tekens zetels te winnen. Het gaat er om dat we samen structurele oplossingen vinden die deze tegenstellingen overbruggen. Met een goed gevoel aan beide kanten als eindresultaat. “Bruggen slaan” blijft een prima motto voor het volgende kabinet.