Food for Thought met Tom-Jan Meeus

GKSV heeft met veel plezier de tweede Food for Thought lunch georganiseerd. Nadat Hein Greven ons vorig jaar meenam in de wereld van de Amerikaanse lobby, was het de beurt aan Tom-Jan Meeus om dat voor Nederland te doen. Tom-Jan schrijft regelmatig columns over de Nederlandse politiek in het NRC handelsblad en is winnaar van de Anne Vondelingprijs in 2014. Daarnaast is hij de auteur van het onlangs verschenen boek: ‘Haagse invloeden: hoe de Nederlandse politiek echt werkt.’ Hierin neemt hij de lezer mee in de wereld van de ‘Haagse vierkante kilometer’ en probeert hij de vraag te beantwoorden: op wie moet je letten om Den Haag te begrijpen?
Met deze vraag als uitgangspunt gingen wij, onder het genot van een lunch in Dudok, met Tom-Jan en vijf mensen werkzaam in de Public Affairs, in gesprek. Onder meer over de werking van de Nederlandse politiek, de rol van en perceptie op lobbyisten daarbinnen en de oorzaak en consequenties van de door Tom-Jan beschreven ‘conflictmaatschappij’.
Allereerst kort iets over die conflictmaatschappij. Gedurende het gesprek schetste Tom-Jan een verandering binnen de Nederlandse politiek: van consensus naar conflict. Hij doelt hiermee op het feit dat het klassieke poldermodel onder druk is komen te staan. Discussie wordt meer en meer in de publieke arena gevoerd en steeds minder is de inzet ervan het vinden van een gezamenlijke oplossing. In plaats daarvan speelt de waan van de dag een belangrijkere rol in politiek, wordt de discussie gedomineerd door emotie, zijn oneliners schering en inslag en staat alles in het teken van het blijven bij je ‘eigen verhaal’. De mini politiek doet zijn intrede: overmatige aandacht voor het kleine, begrijpelijke en emotionele issues waar je je op kunt profileren. Luisteren en lange termijn worden verdrongen door het zenden van one-liners en tweets en direct scoren in de perceptie van de achterban. Politici zijn minder vatbaar voor argumenten van tegenstanders omdat dat al snel wordt gezien als gezichtsverlies of ‘draaien’. Bovendien zorgt de versplintering van het politieke veld in combinatie met het feit dat regeren vaak niet ten goede komt aan  peilingen en zetelaantal bij de volgende verkiezingen, er voor dat partijen huiverachtig zijn om deel te nemen aan de coalitie.
Ultieme consequentie van de hierboven genoemde tendens is een moeilijk(er) bestuurbaar land, waar discussies met enige regelmaat muurvast zitten, wat grote gevolgen kan hebben voor lange-termijnprojecten van de overheid, het Nederlandse bedrijfsleven en het aanzien van de politiek in Nederland.
Toegegeven een somber scenario. Maar wat betekent dit voor de lobbysector? Ook daaraan kwamen we toe  tijdens het gesprek. Meeus concludeert dat het aanzien van de lobbysector weliswaar verbetert is maar dat er nog altijd aanleiding is om voorzichtig te zijn. De beeldvorming van ‘achterkamertjespolitiek’ en een ondoorzichtige sector blijven op de loer liggen. Lobbyisten zoeken vaker de publiciteit maar stellen zich daar niet altijd bescheiden op. Samen met het feit dat de sector in omvang groeit en die groei voor een deel wordt veroorzaakt door oud-politici, vormen die ontwikkelingen een potentieel gevaar voor de sector.
Kortom: er liggen voldoende uitdagingen voor zowel de politiek als de lobbysector. Maar juist de benoeming van die uitdagingen is een eerste stap in een bijdrage aan de oplossing. We praten graag verder over relevante onderwerpen binnen onze sector en zijn van plan om in die geest meer Food for Thought lunches te organiseren. Heb je suggesties voor onderwerpen of zou je graag mee willen doen? Contact ons.