Een lobbyregister naar Duits voorbeeld? 3 tips om voorbereid te zijn

Is het tijd voor strengere regels om de invloed van lobbyisten op de totstandkoming van wet- en regelgeving transparanter te maken? Die vraag is relevanter dan ooit nu NSC-leider Pieter Omtzigt een prominente plaats aan de Haagse formatietafel inneemt. Niet alleen omdat hij van “goed bestuur” met succes een groot verkiezingsthema wist te maken, maar ook omdat hij – samen met Volt-fractievoorzitter Laurens Dassen – in de afgelopen jaren groot pleitbezorger was van de invoering van een lobbyregister.

Recente belangenverstrengeling voedt discussie

De vrees voor oneigenlijke beïnvloeding en belangenverstrengeling in de Haagse kaasstolp werd onlangs aangewakkerd door onthullingen over Cora van Nieuwenhuizen. De VVD-prominent bleek in 2021 tóch contacten met de energiesector te hebben gehad, ondanks eerdere ontkenningen daarvan nadat ze haar ministersfunctie vervroegd had neergelegd om over te stappen naar Energie Nederland. Een saillante onthulling gezien de afkoelperiode die ook toen al gold voor oud-bewindspersonen. Prompt nam de Tweede Kamer afgelopen week een motie aan van Sandra Beckerman van de SP, die oproept tot een algeheel lobby- en draaideurverbod voor de leden van het kabinet-Rutte-IV.

Eerdere ophef over de “draaideur” tussen politiek Den Haag, het bedrijfsleven en belangenorganisaties, heeft tot dusver niet geleid tot forse aanscherpingen van de regelgeving. Afgelopen zomer besloot het demissionaire kabinet wel dat bewindslieden hun openbare agenda’s moeten gaan bijhouden en moeten melden wie invloed heeft willen uitoefenen op wetsvoorstellen. Maar dit gaat niet zover als de Kamermeerderheid wilde, namelijk het instellen van een lobbyregister.

Demissionair kabinet tegen lobbyregister, maar elders in Europa al praktijk

Het besluit van het demissionaire kabinet om geen lobbyregister in te voeren, steunt op een advies van de Leidse bestuurskundigen Braun en Fausser. Aangevraagd door minister Bruins Slot (toen nog van BZK), na de affaire-Van Nieuwenhuizen, benadrukte dit advies het belang van het bestrijden van integriteitsschendingen en corruptie. Tegelijkertijd waarschuwden de onderzoekers voor het risico dat strikte lobbyregels de belangenvertegenwoordiging, een essentieel onderdeel van de democratie, kunnen belemmeren. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijke gevolgen voor met name kleinere organisaties, die door een verplichte registratie en eventuele beperkingen voor politici in hun contacten met niet-geregistreerde partijen, disproportioneel belast zouden worden. Voor het kabinet wogen deze potentiële nadelen zwaarder dan de voordelen van een lobbyregister.

Het standpunt tegen een lobbyregister blijft evenwel ter discussie staan, zeker gezien het bestaan ervan in andere Europese landen en het Europees Parlement. De recente Europese duurzaamheidsrapportagerichtlijn (CSRD) benadrukt bovendien het belang van transparantie in lobbyactiviteiten. Ook D66-Tweede Kamerlid Joost Sneller roerde in dit verband de trom toen hij onlangs bekendmaakte als eerste parlementariër zijn gehele agenda openbaar te zullen maken om zo een voorbeeld te geven.

Een blik op Duitsland: immer gründlich…

De twee jaar geleden ingevoerde Duitse lobbywet, die heeft geleid tot het instellen van een lobbyregister op de website van de Bondsdag, biedt een perspectief dat ook voor Nederland interessant is. Net als Nederland heeft Duitsland immers een Rijnlands overlegmodel. En ook Duitsland werd in de afgelopen jaren meermalen geconfronteerd met integriteitsschandalen, waarin nauwe contacten tussen politiek en bedrijfsleven een rol speelden, zoals de affaire rond de sjoemelsoftware van Duitse autobouwers en het plotse bankroet van betaaldienstverlener Wirecard. Hierdoor is de roep om strengere wetgeving ook bij onze oosterburen toegenomen.

Op basis van de nieuwe wet dient iedereen die “zich bezighoudt met lobbyen waarvoor registratie onder de wet op het lobbyregister verplicht is”, zich in het nieuwe lobbyregister inschrijven. Dat wil zeggen: iedereen die contact heeft met parlementsleden, hun medewerkers, parlementaire fracties en de federale regering. Daarop zijn wel een paar uitzonderingen van toepassing, namelijk voor kerken, vakbonden en werkgeversorganisaties. Zij zijn niet wettelijk verplicht om zich in het lobbyregister te registreren, maar kunnen dit wel op vrijwillige basis doen.

Lobbyisten wordt voor opname in het register gevraagd naar de klanten die zij bedienen, de onderwerpen waarmee zij zich bezighouden en de personele en financiële kosten van hun lobbyactiviteiten bij de Bondsdag en de regering. Ook de toegangsregels zijn aangescherpt: alleen de hiervoor genoemde organisaties die zijn vrijgesteld van de registratieplicht kunnen nog een pas voor de Bondsdag aanvragen. Daarnaast zijn ze verplicht zich aan een hiervoor opgestelde gedragscode te houden. De ambtelijke ondersteuningsdienst van de Bondsdag, die het register beheert, controleert op basis van een gedetailleerd omschreven proces alle registervermeldingen op plausibiliteit en consistentie. De wet op het lobbyregister bepaalt bovendien dat iedereen die nalaat een vermelding bij te werken – opzettelijk of door nalatigheid – of die dit niet correct, volledig of op tijd doet, een strafbaar feit pleegt. Hiervoor kunnen boetes tot 50.000 euro worden opgelegd.

Duitse burgerrechtenorganisaties tevreden, maar veel klachten over bureaucratie

Hoewel de wet pas twee jaar van kracht is en de effectiviteit ervan dus nog niet echt goed kan worden beoordeeld, heeft de regering-Scholz een paar weken geleden een verdere aanscherping ervan door het parlement geloodst.

Voortaan moeten lobbyisten:

  • specifiek aangeven welke wetsvoorstellen ze willen beïnvloeden;
  • de hoofdpunten van hun eisen uploaden naar het lobbyregister;
  • aangeven wanneer een lobbyist de belangen van een derde partij behartigt.

Opmerkelijk is dat tegelijkertijd de transparantie-eisen voor donaties boven de 10.000 euro aan organisaties die in belangrijke mate door vrijwillige donaties worden gefinancierd (zoals veel NGO’s) zijn versoepeld. De reacties hierop vanuit de samenleving zijn wisselend. Burgerrechtenorganisaties verwelkomen de nieuwe wetgeving en de recente aanscherping ervan, terwijl bedrijven en brancheorganisaties wijzen op de hoge administratieve lasten. Vanuit het bedrijfsleven klinkt er kritiek dat er met twee maten gemeten wordt, omdat de eisen aan bedrijven op punten strenger zijn dan die voor andere maatschappelijke organisaties.

De les voor bedrijven en instellingen: bereid je voor!

Dat de strenge Duitse lobbyregels slechts twee jaar na invoering ervan alweer zijn aangescherpt, geeft te denken. Want hoewel elke lobbyist die ageert tegen transparantie zich zou mogen afvragen wat er eigenlijk op tegen is om openheid te betrachten over zijn of haar inbreng in het democratisch proces, is er wel degelijk discussie mogelijk over de wijze waarop openheid met regels en registraties is te waarborgen. Daarbij gaf de recente “Wutwoche”, waarin Duitsland werd platgelegd door protesterende boeren en andere boze burgers, nou niet meteen de indruk dat het vertrouwen van de Duitsers in de integriteit van hun bestuurders wezenlijk is verbeterd. Een vraag is of mensen die geen of weinig vertrouwen hebben in het democratische besluitvormingsproces daadwerkelijk veel vertrouwen zullen ontlenen aan een registratiesysteem dat dit transparanter maakt.

Daarbij kunnen politici, door te hameren op het belang van strenge lobbyregels, de aandacht een beetje afleiden van hun eigen rol en verantwoordelijkheden om openheid te betrachten over de keuzes die zij maken, de afwegingen die daarbij een rol spelen en de informatie waarop zij zich baseren. De ontwikkelingen in Duitsland laten in elk geval zien dat bedrijven, instellingen en hún lobbyisten zich maar beter goed kunnen voorbereiden. Drie Duitse lessen zijn daarbij ook voor Nederland van belang:

  1. De brede maatschappelijke roep, die er ook in Nederland is, om de integriteit van het openbaar bestuur te versterken kan zeer wel leiden tot strengere regelgeving ten aanzien van belangenbehartiging en beleidsbeïnvloeding.
  2. Van bedrijven en instellingen wordt in toenemende mate verwacht dat zij verantwoording afleggen over hun maatschappelijke rol. Dit geldt nadrukkelijk ook voor contacten met beleidsmakers en overheidsinstellingen, zeker als die raken aan wet- en regelgeving die relevant is voor de maatschappij als geheel.
  3. Het is dus voor elke organisatie verstandig om nu al te laten zien dat zij zich van deze verantwoordelijkheid bewust is. Bijvoorbeeld door transparant te communiceren over de contacten die zij onderhoudt met politici, ambtenaren en overheidsinstellingen en eventuele inbreng in wetgevingsconsultaties of beleidsdiscussies. Zo kun je voorkomen dat je wordt overvallen door strenger wordende regels én zorgen dat er bij het vormgeven van zulke regels aandacht zal zijn voor de praktische uitvoerbaarheid ervan.

Wepublic adviseert u hier graag bij, in Nederland, maar (samen met onze collega’s in het SEC Newgate netwerk), zeker ook in Duitsland of elders in Europa.