Vertrouwen is een beloning.

Bij reputatiemanagement staat vaak het bouwen aan vertrouwen centraal. Kan dat eigenlijk wel?

Stel: ik ben de laatste tijd niet zo’n fijne buurman geweest. Ik heb gereedschap van mijn buurman geleend, en moest deze helaas wat beschadigd teruggeven. Een week later wordt een kleine borrel bij mij onverwacht een wat groter tuinfeest, met een klagende buurman als gevolg. Vrij kort daarna staat een buurtoverleg gepland, met diezelfde buurman als gastheer. Beetje stom: ik had dit overleg een week later in mijn agenda gezet en kwam dus niet opdagen. Dan kun je stellen dat zijn vertrouwen in mij klein is geworden.

Kan ik bij klein of geen vertrouwen hieraan bouwen? Ik kan mijn buurman uitnodigen op de koffie om nog maar eens excuses te maken en beterschap te beloven. Ik kan aan alle buren melden dat ik het jammer vind dat ik niet bij het overleg kon zijn, en dat ik het graag de volgende keer bij mij thuis organiseer. Dit soort initiatieven doen het vertrouwen in mij niet direct toenemen. Het zal wellicht een positief gevoel of waardering opleveren. Maar het vertrouwen is niet direct hersteld. Ik heb dan initiatieven ondernomen om het vertrouwen in mij toe te laten nemen, maar het gewenste effect (groter vertrouwen) is er nog niet.

Als dat gesprek met de buurman plezierig verloopt en wanneer ik ervoor heb gezorgd dat het volgende buurtoverleg bij mij thuis soepel gaat, dan kan het zijn dat mijn buurman op de vraag ‘Vertrouw je jouw buurman?’ weer bevestigend gaat reageren. Ik heb zijn vertrouwen weer verdiend. Een groter vertrouwen zit hem dus niet enkel in initiatieven op dit vlak. ‘Ik ga eens even lekker aan mijn vertrouwen bouwen’ gaat ‘m niet worden.

Als persoon of organisatie is openheid, eerlijkheid en dialoog van groot belang om vertrouwen te verdienen. Een vriendelijke opstelling, consistent gedrag, het helpt allemaal. Het is vervolgens aan de ander om te bepalen of dat vertrouwen groter is geworden. Het is aan de ander of je dat vertrouwen verdient. Je zou die initiatieven om vertrouwen te verdienen ‘bouwen aan vertrouwen’ kunnen noemen. Het is inderdaad een soort van ‘werken aan vertrouwen’. Maar het is niet zo dat enkel door de ontwikkeling van zo’n initiatief het vertrouwen groter wordt. Dat gaat vooral om je invulling ervan, de onderliggende intenties die duidelijk worden, de opvolging die je eraan geeft, en hoe je het met anderen deelt. En dan is het afwachten wat de ander ervan vindt. Of hij of zij vindt dat je het vertrouwen verdient. Vertrouwen is een beloning; niet een asset, niet iets wat je bezit en waarde vertegenwoordigt. ‘Bouwen aan vertrouwen’ kan wel die suggestie wekken.

De beloning van vertrouwen draagt bij aan je reputatie. Een reputatie is ook niet iets wat je bezit. Reputatie gaat over het beeld van een organisatie en de waardering ervoor. Je kunt werken aan een ‘sterkere reputatie’ door te zorgen dat het beeld duidelijker of vollediger is of breder bekend wordt, en dat de waardering toeneemt. Die waardering bestaat niet zonder vertrouwen.